Ritse

Ritse’s intrede in de muziekscène is allesbehalve typisch. Geen kinderdroom om artiest te worden, maar een auto in Friesland en een muzikale vriendengroep. “Toen ik achttien was had ik een autootje gekocht. Ik was daar zo blij mee, dat ik er met mijn vrienden in Friesland er een nummer over schreef.” Wat voor Ritse begon als een grapje, nam al snel serieuze vormen aan. “Zij vormden al een band en brachten het nummer uit met mij als featuring. Hier rolden ook optredens uit. Pas toen dacht ik: dit is zo vet, dit wil ik blijven doen.”

Hoewel muziek maken nooit zijn droom was – hij skate al dertien jaar en wilde prof worden, en timmerde daarnaast ook flink aan de weg als model – bleek het wél zijn roeping te zijn. In 2019 kwam de volgende uitdaging op zijn pad: Fokke Simons. Na drie succesvolle jaren gingen de jongens hun eigen weg en besloot Ritse zijn pad als artiest solo te vervolgen. “Eerst heel spannend, maar ik ben zo blij met mijn muziek. Het is voor het eerst echt helemaal van mij.”

Op de vraag hoe hij zijn eigen muziek zou omschrijven, is eigenlijk maar één goed antwoord: “Gewoon Ritse. De Ritse sound.” Met invloeden van pop, rock, techno en hardcore en lyrics die allemaal een vleugje humor bevatten, laat Ritse zich niet gemakkelijk in één hokje stoppen. “Ik heb heel veel energie en maak muziek op gevoel. De ene dag is dat een ramtrack, de andere dag een poppy festivalliedje.” Allemaal hebben ze één ding gemeen: “Van beukplaat tot poptrack, het moet dansbaar zijn.”